Op zaterdag 27 augustus 2022 gingen we voor de Spetterdag op excursie naar Soestduinen, naar het Vitens waterwingebied en pompstation aan de Van Weerden Poelmanweg 2 tussen Soest en Soesterberg (kruising met spoorlijn Amersfoort-Utrecht). Foto: Pompstation Soestduinen.
Renée van Assema, KNNV-lid en ecoloog bij Vitens, geeft ons daar een unieke kans om kennis te maken met het waterleiding bedrijf en de lange historie van het bedrijf op deze locatie. Zo werd de spoorlijn destijds gebruikt om steenkool aan te voeren voor stoommachines om grondwater op te pompen. Het drinkwater werd van hieruit naar o.a. Utrecht getransporteerd. Utrecht ligt 50 m lager dan dit Vitensterrein, dus dat was makkelijk. En zo zijn er nog veel meer mooie historisch feiten, die deels nog zichtbaar zijn in het terrein.
Daarnaast is het gebied zelf ook zeer de moeite waard vanwege de natuurwaarden. Een heidegebied met jonge en oude heide, en afwisselende bossen. Met bijzondere soorten als de roze heikorst, grote wolfsklauw, heideblauwtje en grote heivlinder, nachtzwaluw, das en boommarter. Zomer Bruin, KNNV-lid en onderzoeker van oa vleermuizen en andere zoogdieren, volgt al sinds lang de vleermuizen in dit gebied, en vertelt ons met boeiende foto’s en verhalen wat hij zoal heeft aangetroffen. En natuurlijk kregen we een uitgebreide rondleiding in het gebied.
TERUGBLIK Spetterdag KNNV ‘voelt een beetje als thuiskomen’
Verslag en foto’s: Kees Quaadgras
“Het voelt een beetje als thuiskomen”, zegt Renée van Assema aan het begin van de Spetterdag van de KNNV, zaterdag 27 augustus. Het is immers vanwege corona voor de meesten jaren geleden dat ze elkaar zagen. Renées gevoel, een beetje alsof we familie zijn, wordt door meerderen van de totaal 34 mensen beaamd.
De Spetterdag, de jaarlijkse bijeenkomst van KNNV’ers, heeft plaats in en rond de gebouwen en technische installaties van drinkwaterbedrijf Vitens in Soestduinen. Renée werkt hier als ecoloog. Haar taak is onder meer het onderzoeken en begeleiden van ontwikkelingen in de vele grotere en kleinere waterwingebieden van Vitens. Om de kwaliteit van het grondwater hoog te houden mag er in deze gebieden niets gebeuren dat die kwaliteit in gevaar brengt. Daardoor zijn het stuk voor stuk mooie natuurgebieden.
Renée geeft allerlei getallen: totaal 3300 hectare natuurgebied, 5,8 miljoen klanten in Utrecht, Gelderland, Overijssel, Flevoland, Friesland en enkele Waddeneilanden, wat neer komt op een derde deel van Nederland.
Nog enkele waterwin-cijfers: Nederlanders gebruiken gemiddeld 120 liter water per persoon per dag, met douchen en het toilet als de grootste waterslurpers. Diep grondwater dat door Vitens opgepompt wordt is in menig geval tien- tot twintigduizend jaar geleden als regen neergekomen. Tijdens grote sportevenementen, de Formule 1 bijvoorbeeld, constateert Vitens dat het waterverbruik aanzienlijk daalt. Voorts een stuk geschiedenis: door de decennia heen zijn technieken en waterzuiveringsmethodes steeds beter en efficiënter geworden. De techneuten onder ons vergapen zich onder andere aan de grote dieselpompen in het museum dat hier ook is ondergebracht.
Op het terrein bevindt zich een enorme zandafgraving, vele honderden meters lang en breed en zo’n acht meter diep. Het zand werd gebruikt voor wegen- en huizenbouw. Samen met de bosgedeelten is hier een gevarieerd natuurgebied ontstaan, met diverse biotopen.
Een beknopte opsomming van flora en fauna: grote wolfsklauw, hondsviooltje, zandhagedis, levendbarende hagedis, ringslang, hazelworm, das, vos, ree, boommarter, heideblauwtje, bruin blauwtje, roodborsttapuit, nachtzwaluw, boomvalk.
Na nog een rondje koffie (met allerlei soorten koek) begint Zomer Bruijn aan zijn lezing over vleermuizen. Zomer doet regelmatig onderzoek in het gebied, en vooral ook naar de vleermuizen die hier in diverse kelders hun winteronderkomens hebben.
Zomer vertelt dat er wereldwijd 1450 soorten vleermuizen voorkomen. In Nederland gaat het om twintig soorten, waar van de helft zeer zeldzaam is. Er zijn boombewoners en gebouwenbewoners. Zoals bekend stoten vleren zeer hoge tonen uit en stellen zij aan de hand van de echo’s zeer nauwkeurig vast hoe hun directe omgeving er uit ziet en waar de eetbare insecten vliegen. Een vleermuisvrouwtje met jong moet haar eigen gewicht aan insecten en nachtvlinders eten om zelf in leven te blijven en haar jong groot te brengen.
Vleermuizen zitten overal, met name de Gewone dwergvleermuis komt veel voor. Met de vleugels opgevouwen past hij in een luciferdoosje. Hun prooien vangen vleermuizen met een staartvlieghuid tussen de achterpoten. In een vloeiende beweging kromt de vleermuis zich en hapt het insect vervolgens uit het vlies. Het was Zomer die dit – jaren geleden alweer – ontdekte bij Watervleermuizen en fotografisch wist te bewijzen.
Vleermuizen kunnen tientallen jaren oud worden. Ze maken niet alleen hun echogeluiden, maar hebben ook via geluid sociaal contact met soortgenoten. Die geluiden zijn voor mensen ook al niet hoorbaar, behalve dat van de Rosse Vleermuis.
Dan is het tijd voor de wandeling. Die voert langs de waterzuiveringsinstallaties, door een bosachtig gedeelte en langs een door riet omzoomd meer. Voor zo ver bekend ziet slechts een van ons een IJsvogel. Anderen speuren met de kijkers de rietranden af, maar helaas.
Wat opvalt zijn de op veel plaatsen verdorde heidestruiken. We vragen ons af of die vanwege de droogte echt het loodje hebben gelegd of dat ze volgend voorjaar herrijzen. Op andere plekken staan echter heideplanten nog zo maar in bloei. De verwachting is dat er in ieder geval voldoende zaad in de bodem zit om het heideveld nieuw leven in te blazen. Over driekwart jaar weten we meer.
Op meerdere plaatsen zien we vossendrollen, en graafsporen van dassen. Op een locatie staat her en der de Grote wolfsklauw. Elders zien we een deels al ontmantelde Ruitjesbovist, vergezeld van enige vossenkeutels.
Dan treffen we nog het plantje Grondster aan, en verderop – zo maar midden op het pad – de Roze Heikorst. Dit is een korstmos en lijkt nog het meest op een platgetrapt stukje korrelige witgrijze cement. En je moet heel goed kijken om de roze bolletjes te zien waar aan dit korstmos zijn naam ontleent.
Terug bij het Vitens kantoor zijn er voor de inwendige mens nog chips, kaas, mandarijnen en vruchtensappen. Vervolgens gaat het op huis aan, de meesten sportief per fiets, maar ook heel wat elektrisch aangedreven minder sportieve exemplaren.
Bedankt Arie, Renée en Zomer voor weer een geweldige spetterexcursie!
Contact
Arie van den Bremer, a.vandenbremer@telfort.nl
Over Vitens en het Waterwingebied Soestduinen
– Lizard Lane, de nieuwe heidecorridor in Soestduinen
– Pompstation Soestduinen